Wat heb je gemaakt?

“De kaars voor het Feest van de Geest.”

 

Hoe heb je de kaars gemaakt?

“Eerst maken we de grote kaars. Je moet het kaarsvet smelten en dan in de vorm. En dan de figuurtjes, die moet je met een vormpje uitsteken. En dan vastplakken op de kaars. De kleuren, dat is gesmolten kaarsvet. Dat moet je er heel goed opdeppen met een kwastje.”

 

Wat staat er op de kaars?

“Een kruis, een vogel en twee vlammetjes. De leiding heeft de kleuren en de figuurtjes uitgekozen, maar ik heb ze zelf gemaakt en zelf de kleuren geschilderd.

 

De vlammetjes, dat lijken wel kleine pootjes, maar aan de kleuren zie je dat het vlammen zijn, van vuur. Bij een feest hoort vuurwerk. En muziek maken.

 

De vogel is wit, want het is een witte duif. Dat hoort bij Pinksteren, bij de Geest van God. Dat weet ik van de kerk van de catechisatie.

 

Het kruis is van de Here Jezus, dat als hij sterft, dan slaan ze spijkers in zijn hand. Dat hebben we ook geleerd op catechisatie. We lezen altijd een verhaal uit de Bijbel. En maken een tekening  voor de Here God. Ik maak ook vaak tekeningen voor mijn familie. Dan bid ik ook voor mijn familie, of God ze helpt.”