Maarten Diepenbroek

(Lutherse Kerk, Woerden)

 

 

Mijn statement is lied 684 uit het Liedboek. 

 

Uit het wachten komt de vonk

     kom, Geest van boven, kom;

uit het ruisen komt de rust

     kom, Geest van boven, kom;

uit de stilte komt het lied

     kom, Geest van boven, kom;

     bevestig ons, en wees

     de vonk, de rust, het lied.

 

In het branden is het vuur

     kom, Geest van boven, kom;

in verlies is het geschenk

     kom, Geest van boven, kom;

in het breken het bestaan

     kom, Geest van boven, kom;

     en wees door ons geloof

     het vuur, geschenk, bestaan.

 

 

Daarbij refereerde ik aan een regel uit een song van Leonard Cohen:

 

        Ring the bells that still can ring 

        Forget your perfect offering

       There is a crack in everything

       That's how the light gets in.

 

Lied 684 gaat over de schoonheid van imperfectie. Juist door een barst, een scheur, kan het licht naar binnen komen. Als iets perfect is, dan is het gesloten. Dan is het té af. Dan kan ook de Geest niet gaan waaien. Daar is ruimte voor nodig. Als iets vacuüm is verpakt, dan kan het niet gaan stromen. De lucht moet in beweging kunnen komen. 

 

Juist in onze gebroken wereld, waait Gods Geest. Uit de stilte komt het lied. Er is dus ruimte nodig, we mogen best even stil vallen. En dan kan in die stilte God spreken. In verlies is het geschenk, in het breken het bestaan.