St. Johannes Onthoofding, Moordrecht/Gouderak
Het middelpunt van onze (en elke) geloofsgemeenschap is de uiteraard de kerk.
De oudste katholieke kerk van Zuidplas.
Gelukkig heeft het bisdom bepaald dat elke geloofsgemeenschap haar eigen kerk in gebruik kan houden.
De locatie van de kerk is te danken aan haar voorganger welke een z.g. ‘schuilkerk’ was.
De naam zegt het al een kerk welke verscholen ligt en wel buiten de bebouwde kom achter een woonhuis, wat de voormalige pastorie is geweest.
Op de huidige locatie van kerk had men een loods tot kerk om- gebouwd.
In 1777 werd deze ver- vangen door een nieuwe kerk, maar het (paal)fundament daar- van deugde niet.
Die nieuwbouw mocht wel van de Staten van Holland, maar hij mocht niet te erg op een kerk lijken.
De Dorpskerk (in het centrum van Moordrecht) was immers de nog bevoorrechte protestantse kerk.
Met de Franse tijd was die beperking over, maar de ligging herinnert ook nu nog steeds aan die van een ‘schuilkerk’. Rond 1785 kwam er een mooie pastorie voor, welke er ook nog steeds staat, al is het intussen een woonhuis. Ondanks herstel werd de kerk bouw- kundig gezien steeds slechter.
In 1858 kreeg pastoor Adrianus Johannes van der Drift van de bisschop van Haarlem opdracht om op deze plek een nieuwe kerk te bouwen. Het Rijk en Provincie gaven er zelfs 2000 respectievelijk 3300 gulden subsidie voor. Op 19 juli 1859 is de eerste steen werd gelegd. J. van Leeuwen uit Overschie bouwde de kerk voor 9930 gulden. (Vanaf 1824 was er een subsidieregeling voor de kerkenbouw en werd het toezicht hierop aan architecten van Rijks- waterstaat opgedragen, vandaar dat de kerk wordt aan geduid als een Waterstaatskerk).
Een gedenksteen in de buitenmuur van de kerk herinnert hier aan met de volgende tekst ‘die 19 junii anno 1860 primarium lapidem posuit adm rev dominus a.j. van der drift pastor hujus parighia’ (Op de dag van de 19de juni van het jaar 1860 heeft de eerste steen geplaatst de hooggeachte die- naar de heer A.J. van der Drift, herder van deze parochie).
Kenmerkend voor de kerk zijn het houten klokkentorentje, inwendig een geleding van de wanden door dubbele, gecanneleerde pilasters, die een kroonlijst dragen, waarboven een koofgewelf. Tot de inventaris behoren een Lodewijk XVI-preekstoel, eind 18e-eeuws en een orgelkas met koorbalustrade uit dezelfde bouwtijd met een eenklaviers orgel in 1864 gemaakt door J.J. Vollebregt.
De voormalige pastorie is een deftig herenhuis met verdieping en hoog schilddak met dakkapellen en schoorstenen, laatste kwart 19e eeuw. Voordeur met panelen en rijk gesneden kalf in Lodewijk XV trant.
 |
|---|